Besparen: zonder pijn geen euforie

Ruim 7 jaar geleden viel het kwartje. Of liever, barstte de bom. Ook wij waren er met open ogen ingetuind. We bleken de trotse bezitters van een heuse woekerpolis te zijn, die veel kostte en geen cent opleverde… Nadat we van de eerste schrik waren bekomen en onszelf laakten vanwege onze fnuikende financiële naïviteit, zei manlief: ‘Eigenlijk zit er maar één ding op: zo snel mogelijk onze aflossingsvrije hypotheek aflossen’. De hypotheek aflossen?! Het beklimmen van een col van de buitencategorie in de Tour de France leek een eenvoudiger opgave... Bovendien kon aflossen maar één ding betekenen: besparen. En bij besparen dacht ik aan grijze muizen, die op tweedehands fietsen met troosteloze tassen aan het stuur supermarkt na supermarkt afstruinden om de beste aanbiedingen bij elkaar te scharrelen. Maar we moesten er aan geloven. Zucht.

Ja/Nee sticker

We besloten met een kleine, voorzichtige bespaarstap te beginnen. Van alle producten die we normaal achteloos in het winkelwagentje legden probeerden we de allergoedkoopste variant uit; alleen wanneer deze echt niet beviel kochten we de iets duurdere versie, totdat we de beste keus hadden gevonden. De nodige proefsessies later bespaarden we zonder kwaliteitsverlies maandelijks ruim 100 Euro op onze boodschappen. Vervolgens plakten we een Ja/Nee sticker op de brievenbus, zodat we niet langer verleid werden om zaken te kopen die we toch niet nodig hadden. Ook zetten we potentiële uitgaven af tegen de minuten, uren of dagen die we zouden moeten werken om ze terug te verdienen. Allerlei aantrekkelijke aankopen werden er op slag volkomen onaanlokkelijk door.

Feest!

De crisis deed intussen zijn intrede. Beurzen stortten in, de werkloosheid steeg, het leven werd duurder en de huizenprijzen daalden. Reden des te meer om stug door te zetten: ons huis kwam 'onder water te staan' en met pensioen gaan op ons 67e leek niet langer haalbare kaart. Dus stelden we een simpel stappenplan op en introduceerden wekelijks een aanvullende, simpele besparing: boeken werden voortaan geleend in plaats van gekocht, de auto vervangen door een zuiniger exemplaar, het drinken van frisdrank afgeschaft, alle verzekeringen doorgelicht, enzovoort. Na een jaar konden we een eerste, bescheiden aflossing doen. Feest! Daarna volgden een kleine tweede en iets grotere derde aflossing. Onze ‘bespaarkracht’ groeide exponentieel, want elk dubbeltje uitgespaarde hypotheekrente stortten we direct in de pot voor de eerstvolgende aflossing.

Besparen als sport

In het begin was besparen bittere noodzaak en deed het regelmatig pijn. Maar mettertijd groeide besparen uit tot een ware sport. Hoe konden we met zo eenvoudig mogelijke ingrepen een zo groot mogelijk deel van ons inkomen reserveren voor aflossing? We genoten van het bedenken van goedkope alternatieven voor dure zaken. Van het vinden van de beste koopjes. En vooral van het hervonden gevoel van financiële controle. Nu, 7 jaar later, is het zover. We kunnen het laatste deel van de hypotheek, waaraan de beleggingslevensverzekering is gekoppeld, aflossen en ons vakkundig van genoemde verzekering ontdoen. De vrijheid lonkt. Weg risicovolle beleggingslevensverzekering, welkom betaalbare overlijdensrisicoverzekering. Met als bonus dat we voortaan maandelijks € 180,- extra besparen op genoemde verzekering en de afkoopsom van de beleggingslevensverzekering direct kunnen gebruiken om een deel van de nog resterende hypotheekschuld af te lossen. Zonder plan en zonder pijn was het niet gelukt om dit spaardoel van de buitencategorie te halen. Maar dankzij die pijn is de euforie des te groter: we hebben eigenhandig het steilste deel van de berg bedwongen en plukken daar nu de vruchten van. Eigen haard is tenslotte goud waard. Dus is besparen troosteloos? Welnee. Het geeft je vrijheid, begin er vandaag nog mee! Deze column is eerder verschenen als editorial in de bijlage 'Besparen' bij de Telegraaf op 5 september 2013.