Wat is schijnzelfstandigheid?
Bij schijnzelfstandigheid is een zzp’er eigenlijk een werknemer. Bij een overeenkomst van opdracht gelden andere rechten en plichten dan bij een arbeidsovereenkomst. De vraag die centraal staat bij schijnzelfstandigheid is of de overeenkomst tussen partijen als een arbeidsovereenkomst of opdrachtovereenkomst moeten worden aangemerkt.
De maatstaf is artikel 7:610 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Hierin staat de definitie van de arbeidsovereenkomst. De fiscaliteit, het sociale zekerheid en het pensioenrecht sluiten aan bij deze definitie. In dit artikel staat:
“De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.”
In het kort: loon, arbeid, gezag.
Wanneer is sprake van loon, arbeid en gezag?
Bij schijnzelfstandigheid moet dus sprake zijn van een overeenkomst met loon, arbeid en gezag. Het huidige (januari 2025) toetsingskader voor de beoordeling of een overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst volgt uit drie rechtsoverwegingen van het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad. Bij het beoordelen of een overeenkomst als een arbeidsovereenkomst moeten worden aangemerkt zijn alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien relevant. Dit is de zogenaamde holistische toets.
Zijn modelovereenkomsten nog relevant?
Alle goedgekeurde modelovereenkomsten blijven in van kracht tot eind 2029 (bron). Onze modelovereenkomst is hier bewust op gebaseerd met praktische toevoegingen over hoe in het onderwijs wordt gewerkt.